Continue blijven leren en innoveren vraagt om effectief pijnmanagement. Want slecht pijnmanagement ondermijnt het innovatievermogen. Waarom zul je misschien denken? Dan moeten we terug en kijken naar wat innovatie is en hoe het tot stand komt.
Vallen en opstaan
Innovatie is het succes dat volgt na heel veel proberen. Het resultaat dat alleen kan komen als mensen de ruimte krijgen om fouten te maken en te falen. Innoveren, vallen, opstaan en weer door met leren en proberen. Maar fouten maken en falen doet pijn, niet zelden in de portemonnee. Toch is het nodig om hiermee om te kunnen gaan als je van je ‘fouten’ briljante mislukkingen wilt maken, zoals Paul Iske als CFO (Chief Failure Officer). Kijk hier zijn minilezing over briljante mislukkingen.
Sociaal innoveren
Als je als manager achter je medewerkers staat en samen met hen de pijn draagt, zullen zij na de pijn weer opstaan en doorgaan. Doe je dit niet en laat je hen zelf de pijn incasseren, dan voelen ze zich niet gesteund. Het gevolg zal zijn dat de creatieve processen, de gezonde tegenspraak en de initiatieven verstommen. Dan stagneert innovatie en dus de ontwikkeling van de organisatie.
Met pijnmanagement ben je actief aan het innoveren. Je zorgt voor de sociale innovatie. Je zorgt voor de omgeving en de cultuur waar je de angst voor de pijn wegneemt. Omdat jullie een omgangsvorm met elkaar hebben waar jullie samen de pijn en het falen opvangen. Waar ruimte is voor innoveren en leren, om zo vooruit te komen.
Het loont dus de moeite om vaardig te worden in pijnmanagement. Het begin is gauw gemaakt door mijn boek ‘De verfrissende smaak van zure appels’ te bestellen en lezen.
Praktijkvoorbeeld: betaalde brainstormsessies
Innovatie kan niet zonder vallen en opstaan. Dit vraagt niet alleen weerbaarheid bij de innovators, maar ook bij het management. Ruimte voor fouten maken, voor verlies van geld en tijd. Autonome ruimte om te experimenteren met nieuwe, en ook ongebruikelijke manieren van doen. Zowel in de producten en diensten, als in hoe we ons organiseren.
In de weg- en waterbouw is innovatie noodzakelijk om toekomstbestendig te ondernemen. Bij een groot internationaal ingenieursbureau werden daarom brainstormsessies georganiseerd om met een frisse blik naar vraagstukken te kijken. Dat klinkt heel logisch, maar bij zowel management als medewerkers riep het een aantal belangrijke vragen op. Medewerkers vroegen zich af of ze deze uren op het betreffende project konden schrijven. En omdat er aan een brainstorm meestal een groep medewerkers deelnam, liepen deze uren best in de papieren wat ook het management zich realiseerde. Tenslotte is tijd geld, dus wie betaalt het brainstormen? Wie gaat de pijn in de portemonnee verduren? Reken je de innovatietijd door aan de klanten? Of mogen de targets en dus de omzet omlaag en maak je uren vrij om met elkaar te experimenteren? Om te kunnen innoveren moest het management kiezen tussen twee pijnen.
Metafoor: onder beukenbomen groeit niks anders dan nieuwe beukenbomen
Deze metafoor verwoordt precies mijn kijk op het inzetten van pijn voor innovatie en ontwikkeling:
Het is winter en ik loop door het bos. Mijn voetstappen hoor je niet, want ik loop over een dik pak van bruine bladeren. Allemaal dezelfde kleur, allemaal dezelfde vorm. Ik kijk om me heen, het bos is prachtig! Zo ver als ik kan kijken dikke oude bomen met door de takken heen de heldere winterlucht. Dit ziet er robuust uit, alsof het er altijd zo is geweest en ook voor altijd zo gaat blijven. De ogenschijnlijke robuustheid en het misleidende permanente bestaansrecht doen me denken aan organisaties die vastlopen aan het einde van de groeicurve (meer hierover in een eerder verschenen blog).
Mijn blik dwaalt af naar de grond, naar het monotone beeld van het blad… Enkel beukenbladeren. Dat zegt genoeg. Dit prachtige bos is 100% een beukenbos. Zo in de winter zie je de lucht, maar zodra het blad aan de boom komt, dicht de bladerenkroon zich en bereiken slechts enkele lichtstralen de grond. Genoeg voor het creëren van nieuw leven. Tenminste, als je een beukennoot bent, want onder beuken groeien alleen maar nieuwe beukenbomen. Behalve als er een open plek komt in het bos, een ruimte die groot genoeg is voor ander leven. Een ruimte waarin pioniers, starters, snelle groeiers ontspruiten, zoals de berk, waardoor een ander bos ontstaat. Ruimte voor innovatie. Net zoals in organisaties kunnen deze ‘open plekken’ spontaan ontstaan in de natuur door brand, onweer of een storm. Gebeurt dit niet, dan moet je een handje helpen.
Ruimte voor vernieuwing doet pijn
Het bos een handje helpen is simpel: kap een perceel bomen en je bent klaar. Mijn vader was die bosbeheerder die percelen liet omkappen. Van hem heb ik geleerd dat je open plekken moet creëren. Plekken voor spontane vernieuwing, zodat je een robuust systeem maakt. Robuust door de diversiteit in soorten en de aanwezigheid van verschillende groeifases op verschillende plekken. Een sterk ecosysteem, doordat alle fasen van de groeicurve aanwezig zijn. Van begin tot einde. Van innovatie tot opgeschaald eindproduct.
Wie kan daar nu op tegen zijn? Bovendien, bomen kunnen toch geen pijn voelen? Nee, maar mensen wel. Het kappen van bomen leidt bij mensen tot weerstand, boosheid, verdriet, gedoe. Ruimte maken voor vernieuwing en innovatie doet pijn. Mijn vader zijn pijnmijdende strategie was ‘de botte bijl’. Letterlijk! Als een perceel ingepland stond voor kap, dan begon hij uit het zicht, ver van de weg af. Zodat de kap reeds was geschied voordat de pijn kon worden gevoeld. Zodat hij niets hoefde met de pijn.
Mensen zijn geen bomen
Als adviseur, verandermanager of leidinggevende ontkom je niet aan de pijn die hoort bij het starten van een nieuwe groeicurve. Innovatie en groei gaan gepaard met pijn. Zonder pijn kun je geen resultaten boeken. Veranderen in organisaties leidt tot pijn. Uit de pijn volgt gedrag. Emoties worden geuit in gemopper of boosheid. Of juist verhuld, het zwijgen of ja-knikken. Frustratie en angst voor nog meer pijn voeden de weerstand. Als menselijke reactie daarop – ook adviseurs en managers zijn geen bomen en vinden pijn van nature niet fijn – hanteren we pijnmijdende strategieën: verzorgen (pamperen, polderen en pleisterplakken), negeren (wegkijken of de botte bijl) of opleuken (focus op het positieve). Met deze strategieën reageren we op het gedrag en niet op de oorzaak. Hierdoor ondermijnen we een organisatiekwaliteit zoals innovatievermogen.